V:
Kleef was altijd al een vredig stadje – maar wel één met een bruisende geschiedenis. In de middeleeuwen resideerde in Kleef de hertog, in de negentiende eeuw flaneerden hier de rijke kuurgasten.
De maquette is uitgevoerd in brons en geeft een goed beeld van de stegen en steegjes in de historische kern, rondom de Burgberg en de Stiftskerk. Waar u nu staat was in vroeger tijden de tuin van de minderbroeders. Het klooster van de broeders lag rondom de Unterstadtkirche.
M:
Het klooster bestond ook nog in de negentiende eeuw, toen Kleef langzaam maar zeker uitdijde tot buiten de middeleeuwse stadsmuren. Als u een paar stappen richting fontein doet en omhoog kijkt, ziet u achter het vierkante baksteengebouw een witte villa met een plint en vensteromlijstingen van natuursteen.
V:
Halverwege de negentiende eeuw gaf schilder Barend Cornelis Koekkoek opdracht voor de bouw van dit stadspaleis. Koekkoek was afkomstig uit Nederland en als jonge man naar Kleef gekomen. Zijn grote specialiteit waren boslandschappen die hij zo fijn schilderde dat er – zelfs van heel dichtbij – geen penseelstreken zichtbaar waren.
Vandaag de dag is zijn fraaie woonhuis een museum waar u schilderijen van Koekkoek en zijn collega’s kunt bewonderen. Koekkoek schaarde een hele groep leerlingen om zich heen en werd zo de grondlegger van wat de geschiedenis in ging als de „Kleefse romantiek“.
M:
Hij liet zijn stadspaleis optrekken in de markante stijl die ook werd toegepast bij de huizen van rijke Italiaanse stedelingen. Tijdens de bouw kreeg hij het aan de stok met het stadsbestuur: De onderste verdieping, uitgevoerd in natuursteen, zou aan de straatzijde vier duim te ver uitsteken!
V:
Gelukkig konden kunstenaar, architect en stadsbestuur tot een schikking komen. Koekkoek betrok zijn villa, schilderde er de prachtigste werken, ontving hoge gasten… en genoot van het uitzicht over de tuin van de minderbroeders.
M:
Nieuwsgierig geworden? Kom gerust eens kijken: Het B.C. Koekkoek-Haus verheugt zich op uw komst.
Alle Fotos, wenn nicht anders bezeichnet: Klaus Oberschilp, 2020, © B.C.-Koekkoek-Haus
