Station: [5] Biologie van het paard


M: Ze zitten vol kracht en elegantie. Zijn snel en volhardend. 

F: Ze springen over hindernissen. Trekken zware lasten. En komen binnen een paar seconden op topsnelheid. 

M: Dat paarden die enorme prestaties kunnen leveren heeft alles te maken met hun bijzondere anatomie en lichaamsbouw. Ze zijn perfect aangepast aan het leven als kudde- en vluchtdier. Dit vertaalt zich in een uitzonderlijk goed waarnemingsvermogen en specifieke kenmerken van hun bewegingsapparaat en ademhalingssysteem. 

F: Ondanks hun grootte en gewicht kunnen paarden enorme snelheden bereiken. Dat stelt ze in staat om achtervolgers zoals roofkatten en wilde honden af te schudden. Paarden maken daarmee gebruik van een ‘katapultachtige’ versnelling in de benen, waarbij ze hun spieren en pezen kunnen aanspannen als elastiek. En wat gebeurt er als je een elastiekje opspant en dan in één keer loslaat? Juist, de opgeslagen energie komt tot ontlading. En zo werpt het paard bij elke stap die hij doet zijn been als een katapult naar voren. Dat stelt hem in staat om heel snel heel veel stappen te maken. In een natuurlijke omgeving gebruiken paarden die hoge versnelling alleen maar over heel korte afstanden. Als vluchtdier moeten ze in staat zijn om telkens weer te ontkomen aan hun jagers.

M: De eerste 500 meter leggen paarden af met zuurstof die is opgeslagen in hun lichaam. Pas daarna beginnen hart en longen de spieren van extra zuurstof te voorzien. De longen van het paard zijn relatief licht qua gewicht, maar wel heel groot. Ze vullen een groot deel van de borstkas. Als je het oppervlak van alle longblaasjes bij elkaar optelt dan zijn ze zo groot als een voetbalveld! De hoeveelheid lucht die een paard in- en uitademt is gigantisch: tot wel 100.000 liter per dag. 

F: In ruststand ademen volwassen dieren acht à zestien keer per minuut. Bij belasting versnelt de ademfrequentie tot wel 120 keer per minuut of zelfs nog meer. Anders dan wij mensen kunnen paarden in principe alleen door hun neus ademen. Ademen door de mond is voor hen heel lastig en leidt tot ademnood.

M: Paarden zijn van oorsprong steppedieren. Ze brengen een groot deel van hun tijd door met eten en kunnen wel 16 uur per dag op zoek zijn naar voedsel. Paarden zijn echter geen herkauwers, zoals koeien. Ze hebben een kleinere maag, moeten langzamer eten en hun maaltijden verdelen over de dag. In de vrije natuur eten ze naast gras en kruiden ook bladeren, takken en boomschors. 

F: Als vluchtdieren beschikken paarden over een buitengewoon scherp afgestelde waarneming. Ze registreren minieme veranderingen in hun omgeving. Om een idee te krijgen van hoe dat werkt kun je het filmpje in deze audiotour aanklikken. Dan zie je bijvoorbeeld dat paarden vrijwel 180 graden om zich heen kunnen kijken zonder hun hoofd te hoeven draaien. 

 

 

© Gitta Gesing

© Dieter Schinner

© Dieter Schinner