Station: [105] kartuizerklooster / Venijnboom / immuniteitsmuur
In het graafschap Kleve bevonden zich tegen het einde van de 14e veel kloosters. Alleen de Kartuizers waren er nog niet vertegenwoordigd. Hertog Adolf probeerde de Kartuizers naar het graafschap te halen en dat lukte op 6 augustus 1417. Oorspronkelijk stond het kartuizerklooster, in Flüren bij Wesel. In de tachtigjarige oorlog werd het klooster door zowel Spaanse als Nederlandse soldaten belegerd. De reformatie zette zich steeds meer door en de natuur in de vorm van de rivieren de Lippe en de Rijn, die hun rivierbeddingen voortdurend veranderden, dwongen de monniken ertoe hun klooster te verlaten. In 1628 kregen ze dan onder andere het huis dat voor u staat, dat zich op amper 100 meter van de Xantense dom en het StichtsMuseum bevindt. In 1802 werd het klooster opgeheven vanwege de secularisering onder Napoleon Bonaparte. De „duizendjarige venijnboom van Xanten“ waar u voor staat, heeft al deze historische woeligheden heelhuids doorstaan. Er zijn nog maar weinig duizendjarige venijnbomen over: één daarvan staat in Wenen en een andere, waaraan helende krachten worden toegeschreven, staat in Sankt Corneli. In de volksmond wordt de Xantense venijnboom vanwege zijn witte afscheiding de snotneusboom genoemd. Oorspronkelijk: de snottebellenboom. De hoge, donkerrode bakstenen muur aan de andere kant van de straat, scheidde het grondgebied van de stichtsimmuniteit waar de kannuniken leefden, van de rest van de stad. De muur vormde de grens tussen het burgerlijk en het clericale leven rondom de dom. Het immuniteitsterrein waarbinnen de kannuniken leefde, was een grondgebied waarbinnen geen belastingplicht gold en waarop de wereldlijke rechtspraak geen grip had. Deze bijzondere gerechtelijke status voor het grondgebied rondom de dom werd door een hoge, voor alsnog onbekende, ambtsdrager toegekend. Dit terrein wordt tegenwoordig begrensd door de Middenpoort/Klever Strasse, de Rheinstrasse, de Michaelspoort, de Kurfürstenstrasse en de Kartuizerstraat. In deze [met nadruk] kleine stad [einde nadruk] in de stad leefden en werkten de kannuniken. Sinds wanneer dit immuniteitsgrondgebied bestond, kunnen we niet met zekerheid zeggen.