Station: [15] Zaal 10 – Prentenkabinet


V:

Voor de generatie Koekkoek waren de objecten die in deze zaal te zien zijn niet iets om aan het publiek te tonen.

Schetsboeken, aquarel- en olieverfstudies… voor de schilders van toen was dat alles slechts werkmateriaal. Voor de huidige generaties is het juist heel interessant omdat het inzicht geeft in het creatieve proces. Het idee voor een kunstwerk begint met een tekening. Voor elke kunstenaar zijn schetsen en studies noodzakelijke stappen om te komen tot een uitgewerkt schilderij.

Het is duidelijk dat B.C. Koekkoek zich toelegde op landschappen, boomstudies en studies van volkse figuren. Aan de hier geëxposeerde werken is te zien dat hij daarnaast ook geweldig kon tekenen. De ragfijne penseelstreek die zijn schilderijen zo fascinerend maakt is ook in zijn voortekeningen te vinden.

M:

Koekkoek tekende niet alleen voor zichzelf of als voorbereiding op eigen werk. Hij maakte verschillende mappen met litho’s die dienst konden doen als voorbeeld- of lesmateriaal voor andere kunstenaars. Sinds zijn verblijf in Amsterdam werkte hij samen met zijn schoonvader en leermeester Jean Augustin Daiwaille.

De lithografie, steendruk, was enkele decennia daarvoor ontwikkeld door Alois Senefelder. Dankzij deze techniek was het maken, vermenigvuldigen en verkopen van prenten een stuk eenvoudiger geworden. Zo hebben de lithografieën van Koekkoek een stevige invloed gehad op de landschapschilderkunst aan het einde van de negentiende eeuw.

V:

Zeer fijne, enkel in bruin en grijs geaquarelleerde pentekeningen waren bedoeld voor verzamelaars. Ze waren minder kostbaar dan olieverfschilderijen maar gingen wel door voor originele werken en waren zeer populair.

Als u nu terugloopt naar de gang komen we nog meer werken uit de Kleefse romantiek tegen.